previous arrow
next arrow
Slider

Waarom poppenspel een plaats kan krijgen op de basisschool, ook in de hogere groepen, wordt op enkele plaatsen in de weinige literatuur die er over schimmenspel te vinden is, vermeld. De volgende doelstellingen heb ik, vaak "tussen de regels", gevonden in de literatuur. Ze hebben vaak betrekking op poppenspel in het algemeen, met name het poppenkastspel.

De doelstellingen heb ik soms met elkaar gecombineerd. Daarnaast geef ik steeds mijn eigen visie op deze doelstellingen. Deze visie is ontstaan door ervaringen die ik in de basisschool met het schimmenspel heb opgedaan en impliceert tevens in welke mate ik het met de doelstelling eens ben. Uit de opsomming van doelstellingen en functies in dit deel van de schimmenspelsite, wordt het nut van het schimmenspel op de basisschool naar mijn idee duidelijk onderstreept.

Juist voor kinderen.
"Wil een schimmen- of poppenspel succes hebben, dan moet het ten volle het stempel dragen van de maker en de vertoner. Daarom is het schimmenspel, gemaakt door kinderen, eerder aanvaardbaar dan dat van volwassenen, mits deze laatsten tekenaars zijn van beroep." (Uit: "Poppen Schimmen Marionetten". van RicoBulthuis, 1954, blz. 64)

Deze eerste doelstelling geeft aan waarom je juist bij kinderen met poppenspel moet werken. Kinderen hebben een natuurlijke behoefte om te spelen en in dit spel ligt nog een onbevangenheid, die volwassenen niet meer hebben. Het spel komt vanuit het kind zelf en is geen kopie van werk dat anderen al eerder maakten. Met de tekenaars bedoelt Rico Bulthuis naar mijn idee mensen die hun creativiteit op dit vlak nog wel weten te uiten.

Doordat deze onbevangenheid verdwijnt in de loop der tijd, verdwijnen er veel "eigen vaardigheden" bij kinderen. Een tekening, pop of spel moet geen kopie zijn van de buurman, maar een eigen creatie. Door te beginnen met schimmenspel is er een mogelijkheid om dit probleem, wellicht ook op latere leeftijd te omzeilen. Mijn ervaring is dat het schimmenspel in vrijwel alle basisscholen nieuw is, de kinderen en leerkrachten moeten, ook in de bovenbouw, zelf nog ontdekken wat de mogelijkheden zijn; creativiteit moet wel gewaardeerd worden. Het kind kan niet meer terugvallen op zijn buurman om een kopie te kunnen maken: ook voor deze buurman is het schimmenspel nieuw. Je moet het dus echt allemaal zelf bedenken.

Naar mijn idee is dit dus een terechte doelstelling. Door, juist de kinderen, te confronteren met schimmenspel kunnen deze "eigen creatieve vaardigheden" behouden worden en tot uiting komen in het spel. De leerkracht moet er wel voor waken dat de kinderen naar verloop van tijd niet toch weer aan het kopiëren gaan.

Cultuuroverdracht en spelverrijking.
"Zij zijn zelf nog bewoners van de romantische schimmen- en poppenwereld, die zij in zijn mooiste vorm te voorschijn kunnen toveren, want niet alleen in de grijze oudheid is het schimmenspel tot een volmaakte vorm gekomen, maar in de hand van elk kind ligt het geheim van de cultuur besloten.
" (Uit: "Poppen Schimmen Marionetten". van RicoBulthuis, 1954, blz. 71)

"De spelmogelijkheden van het kind verrijken en uitbreiden." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 7)

"Tegemoet komen aan de natuurlijke behoefte van het kind tot spelen", "Deze behoefte bewaren" (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 7)

Overal vind je: "de pop moet gaan leven". Bij jonge kinderen leeft de pop echter bijna vanzelf. De levende en bewegende pop beantwoordt aan de animistische gedachten en gevoelens van het kind. Daarom zal het kind niet twijfelen of de pop echt is. Als je deze vaardigheid (het toekennen van een ziel aan dode dingen) nu in dienst stelt van het poppenspel, openbaart het geheim van de cultuur zich als vanzelf: Het kind geeft zijn ervaringen die het in deze cultuur heeft opgedaan door aan de pop, de toeschouwer of medespeler. Het kind kan op deze wijze de verschillende ervaringen verwerken en ook kan het juist verschillende dingen vanzelf ontdekken tijdens het spel. Het (poppen) spel staat dan als vanzelf in dienst van het onderwijs, dat onder andere de taak heeft de cultuur over te brengen.

In eerste instantie rees bij mij de vraag of dit alles voor het schimmenspel in het bijzonder ook op zou kunnen gaan. Van de animistische gedachten en gevoelens, weet ik in elk geval dat ze wel opgaan voor het schimmenspel. Bij een optreden voor kleuters bleek dat er verschillende kinderen zeer angstig reageerden op mijn slang, ze wilden hem aaien en na het optreden accepteerden ze het niet als ik de slang wilde laten zien; "Dan kan toch niet, hij heeft zichzelf toch opgegeten?"

Als een kind eenmaal heeft geleerd dat een pop leeft, of moet leven, kan dit op latere leeftijd ook nog blijven zorgen voor cultuuroverdracht. Ik denk dat dit zeker het geval is bij een presentatie van schimmenspel aan een bovenbouw. De kinderen aldaar, vinden zichzelf vaak te groot voor poppenkast en zijn geneigd het af te keuren om als nuttige activiteit toeschouwer te zijn. Ik merk bij optredens met mijn schimmenspel wel vaak een zekere terughoudendheid bij het afkeuren van de poppenkast. De kinderen blijven nieuwsgierig, ook al verwachten ze min of meer Jan Klaassen. Wellicht biedt juist het schimmenspel de mogelijkheden om kinderen opnieuw te leren dat een pop kan leven en veel kan vertellen, zodat het poppenspel ook op latere leeftijd cultuur kan overdragen. Daarbij is het schimmenspel technisch (ook verhaal technisch) nog een uitdaging voor de kinderen van de bovenbouw.

Wel is er altijd de kans dat de invloed van de leerkracht, medeleerlingen en ouders, er in de loop der tijd voor zorgt dat het kind weer gaat reproduceren (zie doelstelling één). Daar moeten we dus voor waken en juist de eigen spelvaardigheden blijven ontwikkelen.

Gezelligheid en visualiseren.
"Het poppenkastverhaal, beter gezegd: het gebeuren, spreekt veel meer tot de kleuter dan het gewone verhaal dat verteld wordt." (Uit: "Poppenkast met jonge kinderen". Van W.M. Nijkamp & W. Schalkers-de Jager, 1976, 6e druk, blz. 10)

"Poppenkast spelen moet gezelligheid bieden, zoveel mogelijk een verrassend element bevatten, dat voor de kleuters bevattelijk is en vooral niet bestaat uit "alleen maar" een gewoon verhaal visueel maken. In de poppenkast kunnen juist scènes tot hun recht komen, die in een gewoon verhaal nauwelijks het uitwerken waard zijn zonder dat de draad van het verhaal verloren gaat." (Uit: "Poppenkast met jonge kinderen". Van W.M. Nijkamp & W. Schalkers-de Jager, 1976, 6e druk, blz. 79)

Het visualiseren van een verhaal kan zeker voor kleuters een belangrijke aanvulling zijn. Toch staat er dat er niet "alleen maar" een verhaal visueel gemaakt moet worden. Het poppenspel biedt mogelijkheden, die in een verhaal moeilijk zijn uit te spelen. Ik denk dat er, of levensechte situaties nagespeeld kunnen worden, of juist fantasierijke situaties bedacht kunnen worden.

Dit is een doelstelling waar ik het deels mee eens en deels mee oneens ben. Ik vind ook dat het poppenspel op zichzelf al interessant is. Het heeft meer mogelijkheden dan alleen maar een verhaal uitspelen. Bij het schimmenspel zal dit wellicht nog veel sterker gelden. Het schimmenspel is onbekend en moeilijker; er valt dus nog zeer veel te ontdekken.

De (spel) techniek moet echter ook aangeleerd worden. En daar heb ik een eerste kanttekening: ik vind dat het aanleren van techniek, zeker in het begin, best mogelijk is. Door een verhaal eenvoudig uit te spelen kan de nadruk komen te liggen op de techniek en niet op het verhaal. Dit uitspelen kan zeker noch verrassend en gezellig zijn doordat er leuke technieken gebruikt worden. Het aanleren van techniek moet naar mijn idee wel in dienst staan van de beleving.

Dan ziet deze doelstelling naar mijn idee ook nog over het hoofd dat kinderen ook een verhaal kunnen uitspelen dat ze zelf hebben geschreven. Als ze dit dan gaan uitwerken, zijn ze eigenlijk ook "gewoon" een verhaal aan het uitspelen. Dit uitspelen is zeker ook gezellig en kan heel verrassend zijn doordat het werk van de kinderen zelf is dat ze uitspelen. Hier kunnen ook technische mogelijkheden ontdekt worden, maar het lijkt mij niet raadzaam er de nadruk op te leggen. Kinderen zullen trots zijn op het verhaal dat ze geschreven hebben, als de techniek dan op de voorgrond komt, wordt het verhaal uit het oog verloren. Daarbij (Aldus Rien Baartmans): "Je hoeft kinderen niet te confronteren met technieken, kinderen kunnen naast hun emotionele oplossingen ook de technische oplossingen vaak zelf bedenken, toch kunnen de technieken vaak wel helpen bij de beleving van het spel".

Na verloop van tijd (als het kind vaker verhalen voor een eigen schimmenspel heeft geschreven) kan het in de verhalen de mogelijkheden en beperkingen van het schimmenspel verwerken.

Verfrissend en rustgevend.
"Voor kleuters in onze gemechaniseerde en vertechniseerde wereld, waar zoveel "vanzelf" gaat en waar de volwassene zozeer streeft naar volmaaktheid op technisch gebied, kan het alleen maar verfrissend en heilzaam zijn, als zij geconfronteerd worden met het eenvoudige, het primitieve, het echt-genoeglijke en -gezellige, dat geen pretenties heeft." (Uit: "Poppenkast met jonge kinderen". Van W.M. Nijkamp & W. Schalkers-de Jager, 1976, 6e druk blz. 12 - 13)

Deze doelstelling zegt dat juist het eenvoudige, het abstracte, plezier geeft aan het kind.

Ik denk dat deze doelstelling zonder meer terecht is. De huidige samenleving is voor de kinderen vaak te ingewikkeld. Ook bij de andere vakken moet er steeds meer gebeuren en moeten er steeds moeilijkere dingen geleerd worden. Dit kan heel bedreigend over komen. Het poppenspel kan hier veel plezier aan de kinderen geven; ze kunnen eenvoudig de poppen de problemen laten ondergaan, die zij zelf ondervinden. Het schimmenspel heeft hier naar mijn idee dezelfde functie als de andere poppenspelen.

Er is echter wel een kanttekening: bij te veel aanbieding van technische zaken, zadel je het kind misschien weer op met problemen. De beleving van het spel komt dan in het gedrang. Er moeten dus niet te veel technische zaken aangeleerd worden. Het schimmenspel is door zijn twee dimensionale karakter, de beperkingen aan kleuren en bewegingen primitief. (Zoals Rien Baartmans omschreef:) "Zijn sobere karakter kan een rustpunt geven in deze wereld die volzit met informatie en vermaak en waar de kinderen worden geplaagd door haast en de media".

Emotionele vorming.
"Dort spielen sie so, als wären sie selbst die Mutter, der Vater. Sie arbeiten und wirtschaften wie diese und erziehen die Puppen, wie sie von ihren Eltern erzogen werden oder wie sie wünschen, erzogen zu werden." (Uit: "Schulbühnen und Puppenspiel, Handbuch der kunst- und werkerziehung", (band II/2) van Herbert Trümper (uitgegeven door Trümper; verschillende schrijvers),z.p., z.j., blz 60)

"Via het maken van poppen en poppenspel gevoelens, meningen, belevingen en wereldbeelden stimuleren." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 7)

"Via het maken van poppen en poppenspel de gelegenheid geven tot identificatie door verborgen spel." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 7)

Deze doelstelling sluit aan bij de vorige. De kinderen projecteren hun eigen situatie op de poppen, zodat ze de ervaringen kunnen verwerken. Daarnaast kunnen ze situaties creëren die zij wenselijk vinden; hun eigen dromen kunnen ze verwezenlijken in het poppenspel.

Tijdens de stageperiode waarin ik een kort project met schimmenspel deed, ontdekte ik dat deze doelstelling zeer goed te behalen valt en dat ook in de hogere groepen het poppenspel deze functie kent. Een jongen van 10 jaar uitte zijn angstdromen onbewust (maar heel herkenbaar) in een schimmenspel met enge slangen en grote spinnen. Een andere jongen van 12 jaar, die door zijn gewicht een motorische beperking had, speelde zijn wensdroom uit met "Superridder".

Sociale vorming.
"Mütterlichkeit und Hilfsbereidschaft, soziales Gefühl und Einfühlungsvermögen sind hier die Kräfte, die gefördert werden." (Uit: "Schulbühnen und Puppenspiel, Handbuch der kunst- und werkerziehung", (band II/2) van Herbert Trümper (uitgegeven door Trümper; verschillende schrijvers),z.p., z.j., blz. 61)

"Ein Schattenspiel um die Bremer Stadtmusikanten. Es können viele Kinder beteiligd werden, was oft von pädagogischem Vorteil ist." (Uit: "Schulbühnen und Puppenspiel, Handbuch der kunst- und werkerziehung", (band II/2) van Herbert Trümper (uitgegeven door Trümper; verschillende schrijvers),z.p., z.j., blz 98)

"Tijdens het voorbereiden en uitvoeren van het poppenspel worden de sociale vaardigheden geoefend." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 6)

"Via het maken van poppen en poppenspel communicatieve en sociale vaardigheden vergroten." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 7)

Deze doelstelling spreekt voor zichzelf. Het maken van een poppenspel vraagt veel overleg en samenwerking met de leerkracht en medeleerlingen. Het is een doelstelling die vanzelf tot zijn recht komt als je de kinderen in groepen laat werken.

In het oorspronkelijke exemplaar zit hier een illustratie die de tekst ondersteunt, maar niet echt functioneel is.Tijdens mijn stageperiode in het speciaal onderwijs was ik op een school voor slechthorenden. Deze kinderen hebben door hun handicap voornamelijk een communicatie probleem, waardoor ik verschillende problemen tegen het lijf liep. Bij het oefenen voor de voorstelling van de kinderen, liet ik één kind hun verhaal voorlezen. De twee of drie anderen speelden in de kast. Maar hoe konden ze het spel en de tekst nu op elkaar afstemmen als ze elkaar niet hoorden?

De oplossing voor dit probleem was dat er in de eerste plaats veel geoefend moest worden. Dit gold voor zowel het voordragen van de tekst wat al moeizaam ging, als het spel. Door het vele oefenen bood ik de kinderen de mogelijkheid te improviseren en op elkaar te letten.

Creatieve vorming.
"Entwurf, Ausführung und Spielverlauf bilden umfängliche Aufgaben für die Kunsterziehung. Begeisterung diesseits und jenseits der Spielleinewand stellt sich rasch ein." (Uit: "Schulbühnen und Puppenspiel, Handbuch der kunst- und werkerziehung", (band II/2) van Herbert Trümper (uitgegeven door Trümper; verschillende schrijvers),z.p., z.j., blz 98)

"Door zelf een pop (-penspel) te maken leren de kinderen hun creatieve/expressieve mogelijkheden kennen." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 6)

"Via het maken van poppen en poppenspel vergroten van expressieve vaardigheden." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 7)

Deze doelstelling hoort thuis onder de handvaardigheidlessen. Zuiver technisch worden ook de creatieve en de expressieve mogelijkheden van de kinderen ontwikkelt.

Bij het schimmenspel betekent dat: tekenen, schilderen, knippen, snijden, enz. Schimmenspel geeft dus zeer goede mogelijkheden tot vakintegratie tussen handvaardigheid, tekenen, dramatische vorming, muziek en taalonderwijs.

Cognitieve vorming.
De kinderen en de leerkracht kunnen veel informatie krijgen of kwijt door het onderwerp van het spel." (Uit: "Poppenspel" Eindscriptie PABO Alkmaar 1987/1988 van Marlies van Roon, nr. 17, blz. 6)

De cognitieve doelstelling; kennis door middel van het poppenspel. Er worden middels poppenspel een aantal cognitieve zaken aangeleerd die geen direct verband hebben met poppenspel.

Ik vind dit geen doelstelling voor het poppenspel in de basisschool. Het plezier gaat op den duur verloren, waarmee verschillende andere doelstellingen worden uitgeschakeld.

Ik zie het voor me dat de kast overal voor wordt gebruikt; aardrijkskunde, geschiedenis, nederlands, enz. Dit lijkt mij dus niet de bedoeling. Ik vind de sociale- en de emotionele doelen belangrijker. Uitgezonderd de kennis over de verschillende (spel-) technieken; maar de beleving blijft het belangrijkste!

De sociale vaardigheden, zie ik hier ook niet in de vorm van: de meester in de kast en de kinderen ervoor. Waarbij de kinderen naar de meester luisteren hoe ze met elkaar om moeten gaan. Geen enkel moralistisch verhaal op deze wijze gebracht, vind ik in de kast thuis horen. Maar wel een mythisch verhaal of oud sprookje, waardoor een kind in zijn wezen geraakt wordt.

Aanvulling.
1. Specifieke doelstellingen.
Naast deze algemenere doelstellingen zijn er nog specifiekere doelstellingen. Deze hebben echter betrekking op de meer (spel-) technische kant van het spel. Als de leerkracht uit de technische aspecten een keus heeft gemaakt (zie hoofdstuk vier), volgen daaruit automatisch de specifieke doelstellingen. Bijvoorbeeld: De kinderen leren de verschillen tussen de werking van een parallel- en een kruiskoppeling, of: De kinderen leren een aantal mogelijkheden om zo goed mogelijk de karakteristieken vorm te geven.

2. Faalangst.
Vooral voor kinderen in de bovenbouw kent het schimmenspel nog een belangrijke functie. Veel kinderen hebben de angst om te falen, zoals ze het zelf noemen: "af te gaan". Het schimmenspel is, als het eenmaal gemaakt is, vrij gemakkelijk op te voeren. Dat geeft twee voordelen voor kinderen:
- Bij de opvoering maken ze niet zo gemakkelijk een fout, en "gaan dus niet af".
- Het kind is (bij het poppenspel) zelf niet zichtbaar. Als het kind zich dat realiseert kan dat veel angst wegnemen.

Ook vanuit het oogpunt van de toeschouwer wordt het bekeken zoals de speler het wil: niet de speler is in de eerste instantie het belangrijkste, maar wel wat hij speelt. Pas daarna wordt de speler belangrijk in de ogen van de toeschouwer.

Hierdoor heb ik een aantal verlegen, teruggetrokken kinderen achter het scherm zien opbloeien. Kinderen die normaal gesproken niets durfden, kenden achter het schimmendoek nog maar weinig remmingen. Zo was er tijdens de stage een jongen die (volgens de mentor) erg verlegen was. Tijdens het oefenen met de poppen speelde hij eerst één of twee keer met de poppen (iemand anders las de tekst voor), waarbij hij veel bewondering oogstte. Daarna nam hij het op zich om het verhaal zelf voor te dragen. Tijdens die week oefenen maakte hij dus al een behoorlijke sprong vooruit.

Na het schimmenspel lijkt mij de weg niet moeilijk voor een kind om toch in levende lijve op het toneel te gaan staan.